DE GENEESKRACHT VAN PINKSTERBLOEM

De pinksterbloem kan gegeten worden. Hij heeft een zelfde smaak als waterkers; het is een beetje scherpe smaak maar wel fris en lekker. Het is erg jammer dat door overbemesting van landbouwgronden en een algemene intensivering van de landbouw gratis eetbare paarse bloemetjes zoals pinksterbloem het onderspit moeten delven. De plant komt om genoemde redenen anno 2014 een stuk minder voor dan rond de eeuwwisseling van de 19e naar de 20e eeuw.

Traditionele geneeswijze

In de traditionele kruidengeneeskunde is pinksterbloem gewaardeerd voor zijn antireumatische, krampstillende, windafdrijvende, spijsverteringsbevorderende, diuretische en stimulerende werking. Een thee van de bloemen en bladeren van pinksterbloem wordt van oudsher gebruikt om de eetlust te bevorderen. Chronische huidproblemen, astma en hysterie worden ermee succesvol behandeld. In de vroege lente en zomer kan de plant geoogst worden. De medicinale werking van pinksterbloem is op zijn best als het vers wordt gebruikt. Ook bij lever- en nierproblemen wordt deze plant aangewend. Het is veel ingezet bij jicht en andere reumatische problemen.

Naamgeving

De Latijnse naam van pinksterbloem is Cardamine pratensis. Pratensis is de Latijnse naam voor ´weide´, waar deze plant graag groeit. Cardamine komt van cardis wat ´hart´ betekent en damao wat Grieks is voor ´verzachtend´. In de oudheid werd bittere veldkers al gebruikt als middel om de pijn van het hart te verzachten. In het Nederlands wordt het ook wel schuimkruid genoemd omdat de schuimcicade er larven op uitzet die schuim produceren. Twee andere namen in het Nederlands zijn grasbloempje en weidekers. Grasbloempje heet het omdat het graag in graslanden groeit. Dat is ook de reden van de naam weidekers. Kers heet het omdat het tot de eruca-soorten behoort die scherp smaken. In het oudhoogduits heette een scherpe smaak ´cresse´. Daar komt ook de naam voor veldkers of waterkers vandaan. In het Engels heet de naam cuckoo flower en het Duits kent de naam Wiesen-Schaumkraut. In het Frans gebruikt men de naam Cardamine des prés.

Kruidendeskundigen over pinksterbloem

Rembert Dodoens, de baanbrekende kruidenwetenschapper uit de gouden eeuw van de Nederlandse republiek, noemde deze geneesplant koekoeksbloem. Dodoens zei dat de werking van pinksterbloem sterk gelijkt op die van waterkers waarmee het ook een uiterlijke verwantschap toont. Ook Nicholas Culpeper zag in deze plant een goede vochtafdrijvende werking. Hij raadde aan om de plant 18 minuten op te hangen voor gebruik. De bloemetjes en de blaadjes kun je vervolgens als thee gebruiken om de medicinale eigenschappen tot je te laten komen. Volgens Culpeper is pinksterbloem een goede plant om stenen in de nieren en blaas te breken zodat ze makkelijker uitgeplast kunnen worden.

Verspreiding pinksterbloem

Pinksterbloem houdt van natte grond. Hij groeit in graag in natte landerijen, bossen en moerassen. Ondanks dat de soort is achteruit gegaan in zijn verspreiding, komt het in Nederland en België nog steeds alom voor. Je moet je voorstellen dat vroeger hele weilanden paars kleurden van deze bloem. Tegenwoordig wil een boer slechts één grassoort in plaats dat de dieren zelf kunnen kiezen wat ze eten. Nu staat pinksterbloem enkel nog aan de slootkanten waar gras niet echt lekker bemest kan worden. Dat is overigens ook de reden dat koeien graag aan de slootkanten eten; daar groeien voor hen natuurlijke planten die zonder synthetische mest zijn groot gebracht. De grassoort die in Nederland voor koeien wordt gebruikt is vaak uitheems, omdat dit gras een paar druppels melk per dag meer oplevert.

Pinksterbloem verschuilt zich vaak in gazons. Door het maaien zien we het niet bloeien. Maar als we vergeten te maaien, komt daar ineens in volle glorie de pinksterbloem op.

Eettips pinksterbloem

Zowel de blaadjes als de bloemetjes van pinksterbloem zijn culinair genietbaar. Pinksterbloem past goed in een kruidenboter. Onze oosterburen houden ervan om kruiden als pinksterbloem door de kwark te doen. Daarnaast behoren de blaadjes van pinksterbloem tot de alternatieve slabladeren voor een originele salade. Verder kan pinksterbloem worden toegevoegd aan een kruidensoep, kruidensaus en in gedroogde vorm kan het een kruidenthee wat pittiger maken.

Goed voor lever en nieren

Voor medicinaal gebruik is het mogelijk om de hele plant te gebruiken. Pinksterbloem bevat veel vitamine C, bitterstoffen en mosterdolieglycosiden zoals glycocochlearine en butylmosterdolie. Bitterstoffen werken goed op de lever en mosterdolieglycosdien zijn ondersteunend voor de nieren. De lever en de nieren kunnen met behulp van pinksterbloem meer gifstoffen afvoeren. Dat leidt ertoe dat ziekten die worden door ontstekingen middels gifstoffen worden veroorzaakt, kunnen worden weggenomen met pinksterbloem. Twee voorbeelden daarvan zijn artrose en artritis. Daarnaast wordt door een verbeterende werking van de lever de stofwisseling gestimuleerd. Hierdoor komen meer voedingsstoffen in het lichaam. De plant wordt gebruikt in een voorjaarskuur. Het kan voorjaarsmoeheid tegen gaan.

Pinksterbloem bij oog- en huidproblemen

Pinksterbloem stimuleert de galproductie. Gal heeft de lever nodig om goed te functioneren. De lever heeft als functie om gifstoffen uit het lichaam te zetten. De lever staat weer in verbinding met de ogen en de lever communiceert met de huid. Kruiden als pinksterbloem eten kan daarom oogontstekingen, eczemen en psoriasis voorkomen en de oorzaak- een verminderde leverwerking- wegnemen. In dit geval is pinksterbloem één van de vele kruiden die positief werken op de lever. Het kan -als je lever niet naar behoren werkt- geen kwaad dit wilde kruid aan te vullen met het eten van wortel en sesamzaad of tahin. Ook het innemen van mariadistel is goed voor de lever. Pinksterbloem is een lekker wild voedingssupplement.

Zelf kweken

Pinksterbloem wordt gekweekt in een siertuin. Je zou met planten als pinksterbloem, zelfs een eetbare siertuin kunnen aanleggen. Het leuke en makkelijke aan pinksterbloem is dat het een vaste plant is. De plant groeit het liefst in vochtige grond en kan tegen halfschaduw maar schuwt de zon geenszins; hij kan er vol in staan.

Bron: http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/…/135633-de-geneeskrach…